• 17/01/2022

170000 gezinnen kunnen niet langer wachten 

De Vlaamse minister voor Huisvesting wil een half miljard uit ongebruikte middelen voor sociale huisvesting inzetten om de private huurmarkt te versterken. De minister verduidelijkt dat hij de middenklasse toegang wil geven tot een huurwoning. Dit roept meer vragen op dan echte antwoorden. Nochtans wachten intussen minstens 170.000 gezinnen op een antwoord in de vorm van een sociale huurwoning. Een sociale huurwoning is naast de kinderbijslag immers het sterkste Vlaamse middel om armoede te verhelpen. Zeker als de energiefactuur uit de pan swingt, wordt sociale huur voor al die gezinnen des te belangrijker. 

Er moet inderdaad geïnvesteerd worden in de private huursector, vooral omdat die vandaag de laagste inkomensgroepen mee huisvest. De studies van het Steunpunt Wonen bevestigen keer op keer dat de laagste inkomensgroepen in slechte, niet aangepaste, energieverspillende private huurwoningen leven. De klimaatuitdaging stelt zich onder meer daar scherp. Het voorstel van minister Diependaele is geen antwoord op deze uitdaging, op de noden van honderdduizenden gezinnen in die private huurmarkt. Het voorstel is dan ook onbegrijpelijk. 

Ja, er moet geïnvesteerd worden in die private huursector, maar dan voor de juiste doelgroep. 

Vlaanderen is bovendien zelf verantwoordelijk voor de anderhalve miljard ongebruikte middelen. Gemeenten die meer sociale woningen willen, worden tegengehouden. Gemeenten die dat niet willen, worden amper gedwongen. Sociale huisvestingsmaatschappijen vragen al jaren om een vereenvoudiging van de langdurige bureaucratische procedures. De vele en soms grootschalige hervormingen van de sector dwingen de maatschappijen om meer bezig te zijn met hun structuren dan met het met bouwen. Vlaanderen moet dringend haar eigen regelgeving op orde zetten. Slechte regelgeving en voluntaristische ministers leiden tot slechte voorstellen. 

De sociale nood vraagt snelle investeringen. Dit kan. Net als in onze buurlanden kunnen private investeerders betrokken worden bij de sociale huisvesting. Laat de private sector in hun projecten verplicht sociale woningen bouwen, met een  minimum van 20% van hun projecten die sociaal moeten zijn. Hiervoor kunnen ongebruikte middelen nuttig gebruikt worden. Daarnaast kan er ook (beperkte) ruimte gegeven worden aan ‘bescheiden’ huurwoningen. Dit alles kan een noodzakelijke ‘boost’ geven aan een sociaal woonbeleid.