Niemand achterlaten, het kan
ZOMERREEKS 2020 #BeterNaCorona
De coronacrisis is voor de overheid een herkansing om het tij te keren en iedereen mee te nemen.
EEN OVERHEID DIE MENSEN ACHTERLAAT, HOE KAN DAT NU?
Corona veroorzaakt niet alleen een pandemie maar stelt ook onze manier van leven in vraag. Hoe leven wij samen? Hoe zorgen wij voor elkaar? Hoeveel solidariteit en respect is er? Het toont bovendien scherp hoe ongelijk mensen zijn, hoe onze samenleving armoede en ongelijkheid in stand houdt. Vandaag kan niemand nog ontkennen dat de coronacrisis sommige mensen harder heeft getroffen dan andere. Iedereen die in onzekerheid en in armoede moet overleven, springt er door de coronacrisis én door de maatregelen meer dan ooit uit.
Tegelijkertijd heerst er een veelsoortige blindheid. Blindheid voor kinderen en jongeren, zeker jongeren in gezinnen in of nabij armoede. Blindheid voor schoolse achterstand. Blindheid voor gezinnen die opgesloten zijn in te kleine woningen, voor mensen zonder tuin. Ook de mensen zonder werk die ook geen werkloosheidsvergoeding ontvangen, worden niet gezien.
Zowel het Planbureau (‘sommige groepen zijn bijzonder kwetsbaar: de 16-49-jarigen, personen met een laag inkomen, zij die alleen wonen, arbeidsongeschikt of werkloos zijn’) als de Nationale Bank België (‘ongeveer 1 gezin op 8 is uiterst kwetsbaar voor de Covid19-crisis, met een inkomensverlies van ten minste 10% en slechts een kleine spaarbuffer’) waarschuwen voor de negatieve gevolgen voor een groot deel van de bevolking.
Wetenschappelijke surveys van COVIVAT tonen dat corona mensen in of nabij armoede dieper in armoede geduwd heeft: naast isolatie en vereenzaming is er de beperktere toegang tot voedsel, steun, oplaadpunten voor budgetmeters, openbaar vervoer, … en hogere kosten omwille van thuis zitten. Het middenveld en vele gemeenten trachten deze groepen binnen hun mogelijkheden te helpen. De grote OCMW’s worden overstelpt met vragen voor aanvullende steun. Ook de aanvragen voor leeflonen stijgen fors.
Velen met een onzeker statuut (flexi-jobbers, freelancers, jobstudenten, schijnzelfstandigen, interim-arbeiders, platformwerkers) worden grotendeels aan hun lot overgelaten. Zij onderhouden onze samenleving, maar steun krijgen ze enkel van voedselbanken en het OCMW. Zij kunnen immers geen beroep doen op tijdelijke werkloosheid. Corona leert ons dat dergelijke statuten in tijden van crisis mensen in diepe armoede sturen.
Zowel op federaal als Vlaams niveau werden een reeks maatregelen genomen. Het onmiddellijk toepassen van het systeem van tijdelijke werkloosheid, het optrekken tot 70% van de werkloosheidsvergoeding en het opschorten van de degressiviteit, het sociaal energiefonds versterken, extra kinderbijslag voor families die inkomensverlies lijden, extra budget voor voedselbonnen en aanvullende steun… zijn goede maatregelen. Toch gaat slechts een klein deel van de extra uitgaven naar mensen die al in of nabij armoede leefden, en naar mensen die door de coronacrisis in armoede gevallen zijn. De maatregelen hebben maar een deel van de bevolking enige zekerheid gegeven. De factuur voor de directe sociale maatregelen voor de meest kwetsbare mensen bedraagt voor Vlaanderen ongeveer 55 miljoen, voor federaal is dat 165 miljoen. Tegenover de 1,3 miljard voor ondersteuning van tijdelijke werklozen en de miljarden die gaan naar bedrijven en zelfstandigen, is dit een peulschil.
Vandaag wordt er gewerkt aan een nieuwe federale regering en aan een relanceplan. We horen echter weinig over een sociaal relanceplan. Na corona komt een economische, een budgettaire en een sociale crisis. Zonder maatregelen komen er 190.000 werklozen bij, zo berekende de Nationale Bank. De vraag naar welke maatregelen en welk relanceplan is meer dan ooit belangrijk.
Corona zet onze mankementen op scherp, maar verandert onze samenleving niet. Enkel door iedereen de mogelijkheden te geven om waardig te leven ook als het voor iedereen moeilijk gaat, kunnen we de komende uitdagingen aan. Maar dat komt niet vanzelf. Daarom lanceert Decenniumdoelen 20 werken op 5 werven om iedereen mee te nemen.
EEN SOCIAAL RELANCEPLAN? HET KAN!
1. Iedereen een waardig inkomen, het kan
Corona heeft meer mensen in totale financiële onzekerheid gebracht. Vele mensen zijn in armoede geduwd. Wie al arm was, werd gewoonweg armer. Nochtans is elke relance gebaat bij financiële zekerheid van allen.
Het debat over flexi-jobs, interim- en dagcontracten moet opnieuw worden opengegooid. Alle werkvormen moeten kunnen rekenen op een degelijke sociale zekerheid. Dit wordt één van de grote uitdagingen voor het sociaal overleg. Ook de systemen van freelance of andere zogenaamde zelfstandige statuten moeten worden herbekeken. Ze moeten kunnen worden gekoppeld aan sociale zekerheid met al haar rechten en plichten. Dit alles vraagt een ernstig debat over de toekomstige rol van onze sociale zekerheid, die vandaag meer dan ooit haar belang getoond heeft. De financiering ervan is bovendien cruciaal en moet worden verzekerd.
Mensen met een laag inkomen, onder andere zij met een minimumloon, hebben het bijzonder moeilijk. Een financiële buffer kunnen ze met hun loon niet aanleggen. Een verhoging van het minimumloon moet dan ook op de agenda staan.
Corona duwt mensen in armoede. Een bredere financiële steun is essentieel. Hogere sociale minima zijn een minimumeis. Een stapsgewijze verhoging, gebudgetteerd en vastgelegd, van alle sociale minima tot aan de armoedegrens is noodzakelijk.
Gezinnen in of nabij armoede, zeker alleenstaande ouders, krijgen het bijzonder moeilijk in deze tijden. Vlaanderen kan werk maken van een meer effectieve kinderbijslagregeling. De sociale toeslagen binnen het Groeipakket moeten een sterkere impact op kinderarmoede teweegbrengen. Het toekennen van een sociale toeslag kan sneller dan vandaag en moet dus gezinnen onmiddellijk uit de nood kunnen helpen.
Een veerkrachtige samenleving organiseren, het kan. Het vraagt een scherpe analyse en concrete aandacht voor mensen in of nabij armoede, voor mensen die net overleven, voor mensen die elke dag onmisbare diensten leveren tegen lage lonen.
2. Elk gezin een betaalbare en goede woning, het kan
Door de quarantaine werd pas duidelijk hoe belangrijk een goede woning en een groene woonomgeving is. Te kleine en te oncomfortabele woningen in een doodse, stenen omgeving zijn een realiteit voor velen. Te hoge huurprijzen in vergelijking met de kwaliteit is schering en inslag op de private huurmarkt. Huurders hebben het bijzonder moeilijk.
Meer sociale woningen is een oude eis, die meer dan ooit moet worden herhaald. Ongeveer 250.000 gezinnen zijn potentieel sociale huurder, 150.000 ervan staan op de wachtlijst. Dit zijn schrijnende cijfers. Er moeten minimaal 7.500 sociale woningen per jaar bij komen. Vlaanderen moet hiervan een topprioriteit maken in zijn investeringsstrategie.
De private huurmarkt is het grote zorgenkind. Het systeem van sociale verhuurkantoren versterken dringt zich daarom meer dan ooit op. Samen met een huurpremie voor alle huurders met een laag inkomen en die op de wachtlijst voor een sociale woning staan, het verplicht maken van een conformiteitsattest en een uitgebreider centraal huurwaarborgfonds, kan dit de private huurmarkt beter toegankelijk maken voor mensen met een laag inkomen.
Corona zet de noodzaak van een ‘dak boven het hoofd’ centraal. ‘Housing first’ is een ideale oplossing voor dak- en thuislozen, omdat het vinden van oplossingen voor hun complexe problemen vaak start met een dak boven hun hoofd. Maar dat vergt tijd. Op korte termijn moeten er dus meer noodwoningen en gepaste opvang komen voor mensen die nu geen dak boven hun hoofd hebben, voor (minderjarige) asielzoekers en mensen zonder wettig verblijf.
Sociale tarieven voor mensen met een inkomen onder de armoedegrens en financiering van niet net-gebonden tariefcomponenten via de algemene middelen, moeten energie en water betaalbaar maken voor iedereen.
3. Betaalbare en kwaliteitsvolle zorg voor iedereen, het kan
De coronapandemie toont hoe belangrijk een goed gezondheidszorgsysteem is. Naast een efficiënt en zorgvuldig werkend systeem is er ook nood aan een betere financiële bescherming van de gebruiker, meer bepaald voor de meest kwetsbare groepen die dreigen uit het zicht en de zorg van onze gezondheidszorg te geraken.
Om de financiële toegankelijkheid tot gezondheidszorg van de meest kwetsbaren te verbeteren, moet er werk worden gemaakt van een verruiming van de derdebetalersregeling bij huisartsen, specialisten en tandartsen. Eveneens van het opstarten van nieuwe wijkgezondheidscentra, met een ruimere wettelijke basis en een financiering die zo goed mogelijk afgestemd is op de zorgnoden van de patiënten. De maximumfactuur, een beschermingsmaatregel die naargelang ieders gezinsinkomen de medische kosten in de gezondheidszorg beperkt, moet worden verlaagd om gezondheidszorg voor iedereen betaalbaar te houden. Corona toont ook eens te meer het belang van de geestelijke gezondheidszorg aan. Heel wat kinderen, jongeren en gezinnen staan onder zware druk door de quarantainemaatregelen en de financiële zorgen. Een laagdrempelige en betaalbare eerstelijnspsychologische zorg, geïntegreerd binnen een sterk eerstelijnsgezondheidszorg, is dan ook nodig.
4. Solidaire bijdragen van iedereen, het kan
De relance van de economie zal ook gepaard moeten gaan met een structureel herdenken van de financiering van het beleid en de verschillende maatregelen, zowel om de nodige middelen te garanderen als de solidariteit te vrijwaren.
Het aanslepend debat over een vermogens(winst)belasting moet nu eindelijk ook beslecht worden. De crisis heeft de nood van een sterke overheid en sociale zekerheid aangetoond: alle inkomens en vermogens moeten naar draagkracht daartoe bijdragen. Daarnaast is het sluiten van alle fiscale achterpoorten en schijnpoorten meer dan noodzakelijk. Solidariteit vraagt immers concrete daden van iedereen. Ook binnen de bestaande fiscale constructies en maatregelen kunnen meer middelen worden gehaald door sociale, maar ook breed gedragen correcties. In Vlaanderen kan de Vlaamse fiscale bevoegdheid zich eindelijk vertalen in progressieve Vlaamse opcentiemen, aangevuld met correcties in de successie- en schenkingsrechten door het sluiten van de talloze achterpoorten en progressiviteit in de registratierechten. Federaal kunnen naast een correcte inning van minimale vennootschapsbelastingen de afschaffing van de aftrek voor de tweede woning en voordelen voor salariswagens al veel ruimte creëren.
Wanneer bijkomende middelen noodzakelijk blijken, kan een solidariteitsbijdrage een optie zijn, waarbij ondernemingen en particulieren volgens inkomen en vermogen bijdragen. Een vrijstelling voor de laagste inkomens is nodig. Dergelijke solidaire bijdragen zijn in het verleden ook al nuttig geweest. Deze structurele solidariteitsbijdrage dient om de bijkomende kosten en vooral de negatieve lange termijn gevolgen weg te werken.
5. Niemand achterlaten, het kan
De coronapandemie toont hoe fragiel maar tegelijkertijd ook hoe belangrijk de democratische en grondwettelijke rechten zijn. Vooral kwetsbare groepen (asielzoekers, arbeidsmigranten, mensen zonder wettig verblijf en woonwagenbewoners) hebben nood aan de uitrol en de versterking van deze rechten. Etnische profilering, beperking van sociale rechten, onthouden van noodzakelijke zorg, … zijn voor hen dagelijkse kost. Discriminatie en racisme leiden bijgevolg tot armoede. Ze sluiten mensen uit, duwen mensen in dakloosheid, ontnemen mensen kansen en mogelijkheden.
Een interfederaal actieplan tegen racisme moet worden uitgerold. Hierin moet de overheid regelgevende kaders voorzien voor overheidsinspecties om systematisch praktijktesten uit te voeren in de strijd tegen discriminatie op de arbeids- en woonmarkt.
Het sociale middenveld en vele lokale besturen hebben de ergste schokken van de crisis kunnen opvangen. Zij zaten echter in moeilijke papieren: bezuinigingen maakten het hen extra lastig om de nodige hulp te organiseren. Investeren in het sociaal middenveld is nodig voor een veerkrachtige samenleving; OCMW’s moeten toegang krijgen tot een sociaal fonds om kwetsbare mensen extra te kunnen ondersteunen.
Een pandemieaanpak in de toekomst moet armoedebestrijding in zijn basisprioriteiten dragen. Een pandemieplan met de nodige middelen, dat ook bijzondere aandacht heeft voor mensen in of nabij armoede, voor alle kwetsbare groepen, moet de kwalijke gevolgen van een eventuele crisis in de toekomst voor hen zoveel mogelijk voorkomen en tegelijkertijd vermijden dat nog meer mensen in armoede, isolement, wanhoop en psychisch lijden terechtkomen. Een snelle armoedetoets is hiervoor een minimale voorzorgsmaatregel.
Een veerkrachtige samenleving organiseren, het kan. Het vraagt een scherpe analyse en concrete aandacht voor mensen in of nabij armoede, voor mensen die net overleven, voor mensen die elke dag onmisbare diensten leveren tegen lage lonen. Dit vraagt investeren en dus ook solidaire bijdragen van allen. ‘Het kan’ is onze boodschap.
Anne Van Lancker – Voorzitter Decenniumdoelen
Michel Debruyne – Coördinator Decenniumdoelen